Overzicht meest gestelde vragen en antwoorden
Om klimaatverandering tegen te gaan is een duurzame energievoorziening nodig. In 2011 heeft de gemeente Bergen op Zoom een verdere groei van het windpark in Halsteren aangekondigd, in het kader van het zogeheten regio-bod van Regio West-Brabant, tot 15 MW.
Vanaf 2013 zijn door RWE verkenningen uitgevoerd naar mogelijkheden om het windpark opnieuw te ‘repoweren’.
In maart 2021 heeft de raad van Bergen op Zoom ingestemd met de RES1.0 van de regio WNB, waarin de energiedoelen en de zoeklocaties voor grootschalige energieprojecten zijn opgenomen. De opwaardering voor windpark Halsteren past binnen de gestelde energiedoelen.
De huidige acht turbines zijn in de dijk aan de Princesseplaat geplaatst. Vanwege dijkveiligheidseisen zijn nieuwe windmolens in de dijk niet meer toegestaan. De huidige windturbines worden vervangen door drie nieuwe, moderne en grotere windturbines.
Vanwege bewoning, natuur en radar en na de eerdere gesprekken met o,a, gemeentes Bergen op Zoom en Tholen resteert nu één opstelling voor drie turbines. Door de ruimtelijke beperkingen in het gebied is er geen ruimte voor alternatieve opstellingen. De turbines worden op één lijn gepositioneerd, gelegen op ca 200 tot 450m vanaf de zuidelijke Bandijk.
In het voorgestelde plan voor de opwaardering van het bestaande windpark wordt vastgehouden aan de zuidelijke Auvergnepolder als locatie voor het windpark. Deze polder is door de gemeente aangewezen als zoekgebied voor duurzame energie opwek.
Het nieuwe windpark bestaat uit drie turbines, dit mede naar aanleiding van de eerder gevoerde gesprekken met de gemeentes Bergen op Zoom en Tholen en het Ministerie van Defensie (radardetectie). De plaatsing van de drie turbines is uitsluitend op de gekozen locatie mogelijk. De acht bestaande windturbines worden hierbij vervangen door drie nieuwe, moderne windturbines, die met 12 tot 15 MW een verwachte opbrengst zullen hebben gelijk aan het stroomverbruik voor circa 15.000 huishoudens.
Elk type windturbine moet een certificaat hebben, waaruit blijkt dat voldaan wordt aan de internationale ontwerpnorm voor windturbines (IEC 61400-1 norm voor onder meer de veiligheid van de windturbine). Onderdeel van de norm betreft het beoordelen of een windturbine bestand is tegen extreme weersomstandigheden (hoge windsnelheden, windstoten). De in te zetten windturbines zullen beschikken over een dergelijk certificaat.
De verwachting is dat met de opwaardering van windpark Halsteren groene stroom geproduceerd kan worden voor het elektriciteitsgebruik voor circa 15.000 huishoudens, ofwel de helft van de huishoudens in Bergen op Zoom. De windturbines produceren 90-95% van de tijd elektriciteit. Wanneer windturbines in onderhoud zijn, het te weinig waait of een enkele keer wanneer het te hard stormt, dan wordt de windturbine automatisch stil gezet.
Vanwege de omvang van het windpark valt de ruimtelijke besluitvorming en de vergunningen onder het gevoegd gezag van de provincie Brabant waarbij het bevoegdheid gezag is overdragen aan de Gemeente Bergen op Zoom.
RWE vindt het vroegtijdig betrekken van belanghebbenden en belangstellenden belangrijk. Via een omgevingsdialoog is er daarom aandacht voor de participatie met én door de omgeving, zowel in het meedenken (procesparticipatie) als het meedoen (projectparticipatie).
Meedenken (procesparticipatie)
RWE nodigt de omgeving en direct belanghebbenden van harte uit voor de dialoog met het oog op een goede verdeling van lusten en lasten. Hierbij kan gedacht worden aan de invulling van de financiële deelname in het windpark, een omgevingsfonds of een andere invulling. Ook kan hier worden gesproken over de mitigatie van mogelijke hinder.
Meedoen (projectparticipatie)
De omgeving van het toekomstige windpark zal kunnen meeprofiteren. RWE houdt onder meer rekening met:
Het ontwikkelen, bouwen en exploiteren brengt lokale activiteit met zich mee. Waar mogelijk worden lokale partijen betrokken.
Initiatiefnemers van windparken volgen bij het bepalen en vaststellen van windturbinenormen zoals voor geluid, slagschaduw en externe veiligheid het zogenoemde Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling. De Raad van State heeft op 30 juni 2021 uitspraak gedaan omtrent het zogenaamde Nevele-arrest. Het Activiteitenbesluit waarin de normen zijn vastgelegd moet daardoor onderworpen worden aan een milieubeoordeling. Dus een Plan-MER door de overheid.
Het opstellen van een dergelijke plan-MER duurt anderhalf tot twee jaar. Tot die tijd kunnen de landelijke (milieu)normen voor windparken niet worden toegepast. Totdat dit is uitgevoerd, is het activiteitenbesluit buiten werking gesteld en kunnen vergunningen voor nieuwe windprojecten daar dus niet aan worden getoetst.
Gemeentes en provincies hoeven niet stil te blijven zitten tot het moment dat de landelijke overheid een plan-MER heeft opgesteld. In haar uitspraak heeft de Raad van State een tussentijdse oplossing genoemd. Gemeenteraden kunnen ook zelf normen voor de windturbines stellen, maar dan moeten ze heel goed motiveren, mogelijk met een eigen milieubeoordeling, waarom die normen gelden voor dat bewuste park.
De uitspraak van 30 juni 2021 heeft ook consequenties voor de opwaardering van het windpark Halsteren. Voor de opwaardering moet worden onderzocht en gemotiveerd welke milieunormen gekozen worden. Die normen moeten zijn voorzien van een actuele, deugdelijke, op zichzelf staande en aan de orde zijnde, situatie toegesneden motivering.
Windturbines kunnen slagschaduw veroorzaken. Voor woningen in de omgeving kan het hinderlijk zijn als de schaduw van de draaiende wieken bijvoorbeeld op het raam van de woning valt. Daarom wordt de hoeveelheid slagschaduw beperkt. RWE gaat hierbij meestal uit van maximaal zes uur slagschaduw op de gevel, per woning op jaarbasis. Wanneer er meer slagschaduw zou kunnen plaatsvinden, worden de windturbines voorzien van een stilstandsvoorziening. Een sensor op de turbine meet of de zon schijnt. Op vooraf geprogrammeerde tijdstippen, die zijn aangepast aan de stand van de zon, worden de windturbine stilgezet als de zon schijnt, waardoor er op dat moment geen slagschaduw zal zijn. Op deze manier wordt gegarandeerd dat aan de afgesproken norm wordt voldaan en hinder wordt beperkt.
De vergunning wordt naar verwachting voor 25 jaar afgegeven. Het windpark wordt hierna afgebroken en de grond wordt in de oorspronkelijke staat teruggebracht.
Voor windenergie in Nederland bestaat de SDE++ regeling. Deze regeling dekt het verschil tussen de kostprijs van windenergie en de prijs op de energiemarkt. Als de prijs op de energiemarkt hoog genoeg is, wordt dus geen subsidie betaald. De overheid stelt subsidie alleen beschikbaar in het geval dat de marktprijs te laag is. Dat wordt elk jaar opnieuw berekend. De SDE++ wordt gegeven voor een periode van maximaal 15 jaar. Door de dalende kostprijs van windenergie in de afgelopen jaren is de subsidiebehoefte sterk gedaald.
Dan verandert ook de subsidie. De subsidie dekt het verschil tussen kostprijs en marktprijs. De productiekosten van elektriciteit uit windenergie veranderen niet. Als de prijs van elektriciteit stijgt, dan daalt dus de subsidie per kWh. Omgekeerd geldt ook dat als de energieprijs daalt, de subsidie toeneemt. Daarvoor hanteert de overheid een maximum bedrag. Als de elektriciteitsprijs onder een bepaald bedrag daalt, verstrekt de overheid niet meer dan het maximum aan subsidie.
Windenergie op land is op dit moment de goedkoopste vorm van duurzame energie, vooral in de windrijke gebieden. Voor andere vormen van duurzame energie moet de overheid dus meer subsidie per kWh beschikbaar stellen om ook deze vormen rendabel te kunnen maken.
Websites voor meer informatie
Informatie van de overheid (Agentschap NL) over windenergie en gerelateerde regelgeving.
Nederlandse Windenergie Associatie, de belangenbehartiger van windenergie in Nederland.
Veel gestelde vragen over wind op land van NGO Natuur & Milieu.